|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van tien letters bevattend met 2A, B, E, I en 2Tablatietje ablutievat abstractie baatten␣uit balartiest banaliteit betaalt␣bij betaalt␣uit bijbetaalt bijpraatte braakte␣uit buitengaat buitmaakte gaat␣buiten habitatjes maakte␣buit praatte␣bij tabulaties Thaise␣baht Tibetaanse timbaaltje uitbaatten uitbetaalt uitbraakte uitzetbaar 36 definities gevonden- ablatietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ablatie.
- ablutievat — n. (Religie) een vat waarin in rooms-katholieke kerken de priester…
- abstractie — n. Een begrip dat los staat van de dagelijkse werkelijkheid.
- baatten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitbaten.
- balartiest — n. (Sport) speler (voetballer) met een fraaie baltechniek.
- banaliteit — n. Gemeenplaats, alledaagse opmerking, platitude. — n. Het banaal-zijn.
- betaalt␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijbetalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijbetalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijbetalen.
- betaalt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbetalen.
- bijbetaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijbetalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijbetalen.
- bijpraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijpraten.
- braakte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitbraken.
- buitengaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitengaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitengaan.
- buitmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van buitmaken.
- gaat␣buiten — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitengaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitengaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van buitengaan.
- habitatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord habitat.
- maakte␣buit — w. Enkelvoud verleden tijd van buitmaken.
- praatte␣bij — w. Enkelvoud verleden tijd van bijpraten.
- tabulaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tabulatie.
- Thaise␣baht — n. (Valutanaam) munteenheid van Thailand met de ISO 4217-code: THB.
- Tibetaanse — n. (Demoniem) een vrouwelijke inwoner van Tibet, of een vrouw…
- timbaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord timbaal.
- uitbaatten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbaten.
- uitbetaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen.
- uitbraakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbraken.
- uitzetbaar — bijv. Dat iets naar buiten gedraaid kan worden. — bijv. Uit een land verwijderd kunnen worden.
Zie deze lijst voor:
| |