Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van tien letters bevattend met 2A, B, E, 2T en Uablutievat baatten␣uit betaalt␣uit beurtvaart braakte␣uit buitengaat buitmaakte gaat␣buiten maakte␣buit tablaturen tableautje tabulaties uitbaatten uitbetaalt uitbraakte uitzetbaar 23 definities gevonden- ablutievat — n. (Religie) een vat waarin in rooms-katholieke kerken de priester…
- baatten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitbaten.
- betaalt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbetalen.
- beurtvaart — n. (Scheepvaart) vaste vaart met een vaste dienstregeling langs…
- braakte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitbraken.
- buitengaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitengaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitengaan.
- buitmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van buitmaken.
- gaat␣buiten — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitengaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitengaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van buitengaan.
- maakte␣buit — w. Enkelvoud verleden tijd van buitmaken.
- tablaturen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tablatuur.
- tableautje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tableau.
- tabulaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tabulatie.
- uitbaatten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbaten.
- uitbetaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen.
- uitbraakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbraken.
- uitzetbaar — bijv. Dat iets naar buiten gedraaid kan worden. — bijv. Uit een land verwijderd kunnen worden.
Zie deze lijst voor:
|