|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van tien letters bevattend met 2A, 2I, R, T en Uantiquairs articulair autoritair draaide␣uit draaien␣uit humanitair kraaide␣uit kraaien␣uit Mauritanië Mauritiaan uitdraaide uitdraaien uitkraaide uitkraaien uitvaardig uitwaaiert uitwisbaar vaardig␣uit waaiert␣uit 28 definities gevonden- antiquairs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord antiquair.
- articulair — bijv. (Medisch) met betrekking tot een gewricht.
- autoritair — bijv. Gebaseerd op, of gebruikmakend van macht als eerste beginsel.
- draaide␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitdraaien.
- draaien␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitdraaien.
- humanitair — bijv. Menslievend en sociaal behulpzaam.
- kraaide␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitkraaien.
- kraaien␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitkraaien.
- Mauritanië — eig. (Toponiem: land) een land in Noord-Afrika, officieel de Islamitische…
- Mauritiaan — n. (Demoniem) een inwoner van Mauritius, of iemand afkomstig uit Mauritius.
- uitdraaide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdraaien.
- uitdraaien — w. ~ op: uiteindelijk als resultaat hebben. — w. Overgankelijk door draaien iets ergens uit halen. — w. Ergatief stoppen met draaien.
- uitkraaide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitkraaien.
- uitkraaien — w. Schreeuwen van plezier. — w. (Pejoratief) luidkeels iets (onzinnigs) vertellen.
- uitvaardig — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaardigen.
- uitwaaiert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwaaieren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwaaieren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwaaieren.
- uitwisbaar — bijv. Dat iets gewist kan worden.
- vaardig␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaardigen. — w. Gebiedende wijs van uitvaardigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaardigen.
- waaiert␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwaaieren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwaaieren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwaaieren.
Zie deze lijst voor:
| |