|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van tien letters bevattend met A, 2E, F, N, T en Uafpuntende afstuderen afsturende aftuigende afturvende factureren fadeden␣uit faseren␣uit faunawetje fecundatie rafelen␣uit studeren␣af tafelzuren tussenfase uhf-antenne uitfadeden uitfadende uitfaseren uitfreaken uitrafelen 21 definities gevonden- afpuntende — w. Verbogen vorm van afpuntend, het onvoltooid deelwoord van afpunten.
- afstuderen — w. (Onderwijs), ergatief het succesvol afmaken van een studie…
- afsturende — w. Verbogen vorm van afsturend, het onvoltooid deelwoord van afsturen.
- aftuigende — w. Verbogen vorm van aftuigend, het onvoltooid deelwoord van aftuigen.
- afturvende — w. Verbogen vorm van afturvend, het onvoltooid deelwoord van afturven.
- factureren — w. Overgankelijk een factuur opmaken van, op een factuur vermelden.
- fadeden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitfaden.
- faseren␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitfaseren.
- faunawetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord faunawet.
- fecundatie — n. (Biologie) bevruchting.
- rafelen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitrafelen.
- studeren␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afstuderen.
- tafelzuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tafelzuur.
- tussenfase — n. Een korte fase tussen twee tijdvakken of verschijningsvormen.
- uhf-antenne — n. (Natuurkunde), (elektronica) een antenne voor het uitzenden…
- uitfadeden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitfaden.
- uitfadende — w. Verbogen vorm van uitfadend, het onvoltooid deelwoord van uitfaden.
- uitfaseren — w. Langzaam stap voor stap stoppen van een dienst of levering van een product.
- uitfreaken — w. Wederkerend zich ongeremd, druk en vreemd gedragen, vaak onder…
- uitrafelen — w. Vanaf de randen van een weefsel uit elkaar halen. — w. (Figuurlijk) vanaf de randen uit elkaar vallen.
Zie deze lijst voor:
| |