|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van tien letters bevattend met A, E, F, L, R, T en Uafluistert afsluiters afslurpten blaffetuur filmacteur ftaalzuren futselaars halfuurtje halfzuster luistert␣af rafelde␣uit rafelen␣uit regulatief slurpten␣af tafelfruit tafelzuren uitrafelde uitrafelen 25 definities gevonden- afluistert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluisteren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluisteren.
- afsluiters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afsluiter.
- afslurpten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afslurpen.
- blaffetuur — n. (Bouwkunde) afsluiting van raam of deur bestaand uit horizontale… — n. (Bouwkunde) afsluiting van een raam, in de vorm van een houten… — n. (Geschiedenis) met perkament of doek bespannen raamwerk dat…
- filmacteur — n. (Beroep) acteur die in films optreedt.
- ftaalzuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ftaalzuur.
- futselaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord futselaar.
- halfuurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord halfuur.
- halfzuster — n. (Familie) een vrouwelijk persoon die óf dezelfde moeder óf…
- luistert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluisteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluisteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afluisteren.
- rafelde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitrafelen.
- rafelen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitrafelen.
- regulatief — n. Voorschrift, richtsnoer. — bijv. Regulerend.
- slurpten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afslurpen.
- tafelfruit — n. (Voeding) fruit dat men onbewerkt als toetje eet na de maaltijd.
- tafelzuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tafelzuur.
- uitrafelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitrafelen.
- uitrafelen — w. Vanaf de randen van een weefsel uit elkaar halen. — w. (Figuurlijk) vanaf de randen uit elkaar vallen.
Zie deze lijst voor:
| |