|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van tien letters bevattend met A, E, H, L, N en 2Taanlichtte achttallen halftinten hartenlust heilstaten herplantte jachttalen lachten␣toe lachten␣uit lacht␣tegen laten␣thuis lentenacht lichtte␣aan luchtgaten nachttafel stalknecht tandholten tandholtes tegenlacht thuislaten thuistalen toelachten tramhalten uitlachten 30 definities gevonden- aanlichtte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanlichten.
- achttallen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord achttal.
- halftinten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord halftint.
- hartenlust — n. Voornamelijk gebruikt in uitdrukkingen of als eigennaam.
- heilstaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord heilstaat.
- herplantte — w. Enkelvoud verleden tijd van herplanten.
- jachttalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord jachttaal.
- lachten␣toe — w. Meervoud verleden tijd van toelachen.
- lachten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitlachen.
- lacht␣tegen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenlachen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenlachen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tegenlachen.
- laten␣thuis — w. Meervoud tegenwoordige tijd van thuislaten.
- lentenacht — n. (Tijdrekening) de uren van een dag tussen de nachtelijke uren… — n. (Meteorologie) een nacht in maart, april of mei.
- lichtte␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanlichten.
- luchtgaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord luchtgat.
- nachttafel — n. (Meubel) een tafeltje of kastje dat naast het bed staat. — n. Nachtkastje.
- stalknecht — n. (Beroep) iemand die paarden verzorgt en de stal netjes houdt.
- tandholten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tandholte.
- tandholtes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tandholte.
- tegenlacht — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenlachen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tegenlachen.
- thuislaten — w. Iets ergens niet mee naartoe nemen. — w. Iemand ergens niet mee naartoe nemen.
- thuistalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord thuistaal.
- toelachten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van toelachen.
- tramhalten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tramhalte.
- uitlachten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitlachen.
Zie deze lijst voor:
| |