|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van tien letters bevattend met A, E, H, S, 2T en Uachterstuk afschutten bruschetta hartenlust houtstapel huiskatten hüttenkäse laten␣thuis schater␣uit schutten␣af statherium thuislaten thuistalen thuisteams thuiszaten uitschater zaten␣thuis 23 definities gevonden- achterstuk — n. Het achterste gedeelte van een groter geheel.
- afschutten — w. Overgankelijk (scheepvaart) een schip door een sluis doen passeren… — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afschutten.
- bruschetta — n. Dun plakje geroosterd of gegrild brood, het liefst ingewreven…
- hartenlust — n. Voornamelijk gebruikt in uitdrukkingen of als eigennaam.
- houtstapel — n. Boomstammen, takken, blokken, balken of planken die op elkaar liggen. — n. (Geschiedenis)(economie) markt voor hout in middeleeuwse handelssteden…
- huiskatten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord huiskat.
- hüttenkäse — n. (Voeding) zeer eiwitrijke, op kwark lijkende ongerijpte kaas…
- laten␣thuis — w. Meervoud tegenwoordige tijd van thuislaten.
- schater␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschateren. — w. Gebiedende wijs van uitschateren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschateren.
- schutten␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afschutten. — w. Meervoud verleden tijd van afschutten.
- statherium — n. (Geologie) geologisch tijdperk, vierde en laatste periode van…
- thuislaten — w. Iets ergens niet mee naartoe nemen. — w. Iemand ergens niet mee naartoe nemen.
- thuistalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord thuistaal.
- thuisteams — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord thuisteam.
- thuiszaten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van thuiszitten.
- uitschater — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitschateren.
- zaten␣thuis — w. Meervoud verleden tijd van thuiszitten.
Zie deze lijst voor:
| |