|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van tien letters bevattend met A, I, L, N, P, T en Ubuitenlamp capitulant duplicaten flappen␣uit flapten␣uit inslagpunt klappen␣uit klapten␣uit panfluiten panfluitje petulantie planten␣uit plantte␣uit platluizen puntlading tuinslaper uitflappen uitflapten uitklappen uitklapten uitplanten uitplantte uitslapend uitspansel 24 definities gevonden- buitenlamp — n. In de buitenlucht gemonteerde lamp.
- capitulant — n. Onderhandelaar over een capitulatie.
- duplicaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord duplicaat.
- flappen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitflappen.
- flapten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitflappen.
- inslagpunt — n. Plaats waar iets inslaat.
- klappen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitklappen.
- klapten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitklappen.
- panfluiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord panfluit.
- panfluitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord panfluit.
- petulantie — n. (Verouderd) uitgelatenheid.
- planten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitplanten.
- plantte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitplanten.
- platluizen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord platluis.
- puntlading — n. (Elektrotechniek) (natuurkunde) een elektrische lading in een…
- tuinslaper — n. (Knaagdieren) Eliomys quercinus een slaapmuis met kaneelbruine vacht.
- uitflappen — w. (Informeel) plotseling en ongewenst iets doms zeggen.
- uitflapten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitflappen.
- uitklappen — w. Iets met een scharnierende beweging naar buiten bewegen.
- uitklapten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitklappen.
- uitplanten — w. Overgankelijk (tuinieren) zaailingen in vollere grond planten.
- uitplantte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitplanten.
- uitslapend — w. Onvoltooid deelwoord van uitslapen.
- uitspansel — n. Firmament, de hemel.
Zie deze lijst voor:
| |