|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van elf letters bevattend met 2A, 2E, G, I en Oaaneengroei aangloeiden aangloeiend aangooiende aangroeiden aangroeiend aanmoedigde aanmoedigen agiotagetje analogietje analogiseer begoniaatje gloeiden␣aan groei␣aaneen groeiagenda groeiden␣aan hegemoniaal laagseizoen megalomanie moedigde␣aan moedigen␣aan oud-eigenaar paleografie paralogieën 28 definities gevonden- aaneengroei — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- aangloeiden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aangloeien.
- aangloeiend — w. Onvoltooid deelwoord van aangloeien.
- aangooiende — w. Verbogen vorm van aangooiend, het onvoltooid deelwoord van aangooien.
- aangroeiden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aangroeien.
- aangroeiend — w. Onvoltooid deelwoord van aangroeien.
- aanmoedigde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanmoedigen.
- aanmoedigen — w. Overgankelijk moed inspreken, aansporen.
- agiotagetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord agiotage.
- analogietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord analogie.
- analogiseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van analogiseren. — w. Gebiedende wijs van analogiseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van analogiseren.
- begoniaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord begonia.
- gloeiden␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aangloeien.
- groei␣aaneen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneengroeien. — w. Gebiedende wijs van aaneengroeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneengroeien.
- groeiagenda — n. Een aantal afspraken die gericht is op het verwezenlijken van…
- groeiden␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aangroeien.
- hegemoniaal — bijv. De hegemonie bezittend.
- laagseizoen — n. Is de periode buiten het hoogseizoen.
- megalomanie — n. (Medisch) ziekelijke zelfoverschatting.
- moedigde␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanmoedigen.
- moedigen␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aanmoedigen.
- oud-eigenaar — n. Voormalig eigenaar.
- paleografie — n. Wetenschap die studie maakt van het oude schrift (manier van…
- paralogieën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord paralogie.
Zie deze lijst voor:
| |