|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van elf letters bevattend met 2A, G, L, P, R en Tdroogplaats greep␣plaats grensplaats grijp␣plaats groeiplaats guarplanten legerplaats paltsgraven parelachtig pergolaatje plaatsgreep plaatsgrijp plagiatoren plantaardig portglaasje splitgevaar steigerpaal taalgroepen taalgroepje 21 definities gevonden- droogplaats — n. Plek die gebruikt wordt om er iets te drogen.
- greep␣plaats — w. Enkelvoud verleden tijd van plaatsgrijpen.
- grensplaats — n. Aan een landsgrens gelegen plaats.
- grijp␣plaats — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsgrijpen. — w. Gebiedende wijs van plaatsgrijpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsgrijpen.
- groeiplaats — n. Plaats waar planten en gewassen (plegen te) groeien.
- guarplanten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord guarplant.
- legerplaats — n. Een plaats waar een aantal troepen geruime tijd of permanent gehuisvest zijn.
- paltsgraven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord paltsgraaf.
- parelachtig — bijv. Lijkend op of eigenschappen hebbend van parel.
- pergolaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pergola.
- plaatsgreep — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van plaatsgrijpen.
- plaatsgrijp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- plagiatoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plagiator.
- plantaardig — bijv. Tot de planten behorend, uit planten bestaand of daarvan afkomstig.
- portglaasje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord portglas.
- splitgevaar — n. Gevaar van opspattende kleine steentjes (die een ruitbreuk…
- steigerpaal — n. (Waterbeheer), (scheepvaart) paal die deel is van een steiger.
- taalgroepen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taalgroep.
- taalgroepje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord taalgroep.
Zie deze lijst voor:
| |