|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van elf letters bevattend met 2A, N, P, S, T en Vaanvalspunt expansievat havenplaats in␣plaats␣van klampen␣vast paltsgraven plaatsvindt plakken␣vast plakten␣vast spelvariant staan␣voorop tak␣van␣sport vakantiepas vastklampen vastpakkend vastplakken vastplakten vastpratend verplaatsen vindt␣plaats vipplaatsen vooropstaan 30 definities gevonden- aanvalspunt — n. Punt waar zal worden aangevallen.
- expansievat — n. (Techniek) vat waarin een overschot aan vloeistof, dat door…
- havenplaats — n. Een plaats met een haven.
- in␣plaats␣van — fr. Als vervanger van.
- klampen␣vast — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vastklampen.
- paltsgraven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord paltsgraaf.
- plaatsvindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden.
- plakken␣vast — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vastplakken.
- plakten␣vast — w. Meervoud verleden tijd van vastplakken.
- spelvariant — n. (Taalkunde) woord dat geschreven is in een afwijkende spelling.
- staan␣voorop — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vooropstaan.
- tak␣van␣sport — n. (Sport) door gereglementeerde wedstrijden bepaalde vorm van… — n. (Figuurlijk) type activiteit waar volgens bepaalde regels prestaties…
- vakantiepas — n. Pinpas met computerchip die over de hele wereld te gebruiken is. — n. Kortingskaart voor vakantiegangers.
- vastklampen — w. Door middel van klampen vast zetten. — w. Wederkerend zich met inspanning ergens aan vasthouden.
- vastpakkend — w. Onvoltooid deelwoord van vastpakken.
- vastplakken — w. Overgankelijk met lijm iets vastmaken aan iets anders. — w. Ergatief voortdurend kleven of steeds opnieuw hechten.
- vastplakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van vastplakken.
- vastpratend — w. Onvoltooid deelwoord van vastpraten.
- verplaatsen — w. Overgankelijk iets van de ene plaats naar de andere brengen. — w. Wederkerend zich ~ van de ene naar de andere plaats gaan.
- vindt␣plaats — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaatsvinden.
- vipplaatsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vipplaats.
- vooropstaan — w. Het allergrootste belang hebben, belangrijker zijn dan alle andere zaken.
Zie deze lijst voor:
| |