|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van elf letters bevattend met A, B, D, 2E, F en Tafbarstende afbeitelden afbeitelend afbestelden afbetaalden afbetalende afborstelde afzetgebied beitelden␣af belatafelde bestelden␣af bestraffend betaalden␣af bodemtarief boekstaafde borstelde␣af bridgetafel deverbatief feestbandje fietsbanden fietsbandje tafelbladen zelfbedacht 26 definities gevonden- afbarstende — w. Verbogen vorm van afbarstend, het onvoltooid deelwoord van afbarsten.
- afbeitelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afbeitelen.
- afbeitelend — w. Onvoltooid deelwoord van afbeitelen.
- afbestelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afbestellen.
- afbetaalden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afbetalen.
- afbetalende — w. Verbogen vorm van afbetalend, het onvoltooid deelwoord van afbetalen.
- afborstelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afborstelen.
- afzetgebied — n. Het gebied waar iets verkocht kan worden.
- beitelden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afbeitelen.
- belatafelde — w. Enkelvoud verleden tijd van belatafelen.
- bestelden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afbestellen.
- bestraffend — w. Onvoltooid deelwoord van bestraffen. — bijv. Betrekking hebbend op het toedienen van of dreigen met een straf. — bijw. Betrekking hebbend op het toedienen van of dreigen met een straf.
- betaalden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afbetalen.
- bodemtarief — n. (Economie) de laagste prijs, de laagste belasting.
- boekstaafde — w. Enkelvoud verleden tijd van boekstaven.
- borstelde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afborstelen.
- bridgetafel — n. (Meubel) tafel waaraan men met vier personen kan kaartspelen.
- deverbatief — n. (Taalkunde) een woord dat van een werkwoord is afgeleid. — bijv. (Taalkunde) van een werkwoord afgeleid of afleidend.
- feestbandje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord feestband.
- fietsbanden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fietsband.
- fietsbandje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietsband.
- tafelbladen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tafelblad.
- zelfbedacht — bijv. Product van iemands eigen gedachte.
Zie deze lijst voor:
| |