|
Lijst met woorden van 13 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van dertien letters bevattend met 2A, D, 2E, F en Haanschaffende aanschoffelde aanschroefden afhandelingen afmarcheerden afmarcherende afschakelende afvalligheden begaafdheidje behandeltafel handalfabetje hectofaradjes herfstblaadje herfstmaanden herfstmaandje hoofdaannemer infectiehaard marcheerden␣af scheefslaande schoffelde␣aan schroefden␣aan verslaafdheid 22 definities gevonden- aanschaffende — w. Verbogen vorm van aanschaffend, het onvoltooid deelwoord van aanschaffen.
- aanschoffelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanschoffelen.
- aanschroefden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanschroeven.
- afhandelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afhandeling.
- afmarcheerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afmarcheren.
- afmarcherende — w. Verbogen vorm van afmarcherend, het onvoltooid deelwoord van afmarcheren.
- afschakelende — w. Verbogen vorm van afschakelend, het onvoltooid deelwoord van afschakelen.
- afvalligheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord afvalligheid.
- begaafdheidje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord begaafdheid.
- behandeltafel — n. (Medisch) bank waarop een patient ligt als hij of zij door…
- handalfabetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handalfabet.
- hectofaradjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hectofarad.
- herfstblaadje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord herfstblad.
- herfstmaanden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord herfstmaand.
- herfstmaandje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord herfstmaand.
- hoofdaannemer — n. (Bouwkunde) (economie) onderneming die de leiding heeft bij…
- infectiehaard — n. De plaats van waaruit een besmettelijke ziekte zich sterk verspreid.
- marcheerden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afmarcheren.
- scheefslaande — w. Verbogen vorm van scheefslaand, het onvoltooid deelwoord van scheefslaan.
- schoffelde␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanschoffelen.
- schroefden␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanschroeven.
- verslaafdheid — n. Het niet kunnen zonder bepaalde, negatief gewaardeerde zaken.
Zie deze lijst voor:
| |