|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van zes letters bevattend met B, E, F en Oafboek afboen Bafoet bedolf behoef beloof beroof betrof boefje boek␣af boen␣af boffen boffer bofjes boften fröbel 30 definities gevonden- afboek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboeken.
- afboen — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboenen.
- Bafoet — n. (Taal) Atlantische Congotaal gesproken door 100 duizend mensen in Kameroen.
- bedolf — w. Enkelvoud verleden tijd van bedelven.
- behoef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoeven. — w. Gebiedende wijs van behoeven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van behoeven.
- beloof — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beloven. — w. Gebiedende wijs van beloven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beloven.
- beroof — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroven. — w. Gebiedende wijs van beroven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroven.
- betrof — w. Enkelvoud verleden tijd van betreffen.
- boefje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boef.
- boek␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboeken. — w. Gebiedende wijs van afboeken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboeken.
- boen␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboenen. — w. Gebiedende wijs van afboenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboenen.
- boffen — w. Inergatief geluk hebben. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bof.
- boffer — n. Iemand wie alles meezit, een bofkont. — n. Een toevallig gelukje, een bof.
- bofjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bof.
- boften — w. Meervoud verleden tijd van boffen.
- fröbel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fröbelen. — w. Gebiedende wijs van fröbelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fröbelen.
Zie deze lijst voor:
| |