|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van acht letters bevattend met B, E en 2Mbammetje bejammer bekommer belemmer belommer Bemmeler Bemmelse bermlamp besamiem besommen betimmer bimbamde bommerds bommetje bonhomme boommier brommend brommers emblema's emblemen gombomen immobiel meibomen membraan memoblok 39 definities gevonden- bammetje — n. (Informeel) sneetje brood, meestal met beleg.
- bejammer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bejammeren. — w. Gebiedende wijs van bejammeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bejammeren.
- bekommer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekommeren. — w. Gebiedende wijs van bekommeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekommeren.
- belemmer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belemmeren. — w. Gebiedende wijs van belemmeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belemmeren.
- belommer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belommeren. — w. Gebiedende wijs van belommeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belommeren.
- Bemmeler — bijv. (Demoniem) op Bemmel betrekking hebbend.
- Bemmelse — n. (Demoniem) een vrouwelijke inwoner van Bemmel, of een vrouw…
- bermlamp — n. Verstelbare lamp aan de zijkant van sommige auto’s om de berm te belichten.
- besamiem — n. (Jiddisch-Hebreeuws) specerijen, met name gebruikt bij de afsluiting…
- besommen — w. (Visserij) bepalen wat de waarde van de totale vangst is.
- betimmer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betimmeren. — w. Gebiedende wijs van betimmeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betimmeren.
- bimbamde — w. Enkelvoud verleden tijd van bimbammen.
- bommerds — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bommerd.
- bommetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bom. — n. Het zo in het water springen dat men veel water laat opspatten.
- bonhomme — n. Vriendelijke simpele ziel.
- boommier — n. (Vliesvleugeligen) Lasius brunneus een mierensoort uit de onderfamilie…
- brommend — w. Onvoltooid deelwoord van brommen. — bijv. Van iets of iemand dat het een brommend geluid maakt.
- brommers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord brommer.
- emblema's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord emblema.
- emblemen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord embleem.
- gombomen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gomboom.
- immobiel — bijv. Vast op zijn plaats blijvend of weinig van plaats veranderend.
- meibomen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord meiboom.
- membraan — n. Een dun vlies dat een afscheiding vormt. — n. (Biologie) een dun vlies van met name fosfolipiden en eiwitten… — n. Een trillend plaatje in een luidspreker.
- memoblok — n. Kladblok met velletjes op memoformaat voor kleine aantekeningen.
Zie deze lijst voor:
| |