|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van tien letters bevattend met 2B, L, T en Uautolobby's babbeltruc blauwbekte blauwborst blubbertje blusbootje bodybuildt bubbeltjes buitenboel bulbsteven bulderbast dubbeldipt dubbelpunt dubbelriet dubbelster dubbeltjes dubbelziet knobbel␣uit ontdubbelt tiendubbel uitknobbel verdubbelt ziet␣dubbel 36 definities gevonden- autolobby's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord autolobby.
- babbeltruc — n. (Juridisch) het proberen binnen te dringen in een woning (om…
- blauwbekte — w. Enkelvoud verleden tijd van blauwbekken.
- blauwborst — n. (Vogels) Luscinia svecica , een lijsterachtige zangvogel, die…
- blubbertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blubber.
- blusbootje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blusboot.
- bodybuildt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bodybuilden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bodybuilden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bodybuilden.
- bubbeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bubbel.
- buitenboel — n. De buitenkant van een gebouw.
- bulbsteven — n. (Scheepvaart) een gestroomlijnde boeg in de vorm van een bulb…
- bulderbast — n. (Scheldwoord) iemand die raast, tiert, vloekt, buldert of op…
- dubbeldipt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbeldippen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbeldippen.
- dubbelpunt — n. Een punt waarin iets meervoudig optreedt.
- dubbelriet — n. (Muziekinstrument) twee rietbladen op het mondstuk van een blaasinstrument.
- dubbelster — n. (Astronomie) twee sterren die om elkaar heen bewegen.
- dubbeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord dubbel. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dubbeltje.
- dubbelziet — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelzien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelzien.
- knobbel␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknobbelen. — w. Gebiedende wijs van uitknobbelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknobbelen.
- ontdubbelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontdubbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontdubbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontdubbelen.
- tiendubbel — bijv. Tienvoudig.
- uitknobbel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknobbelen.
- verdubbelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdubbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdubbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdubbelen.
- ziet␣dubbel — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dubbelzien.
Zie deze lijst voor:
| |