|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van zeven letters bevattend met B, 2E, O en Pbekopen belde␣op belopen beploeg bepotel beproef beroeps beroept bezopen bleef␣op bleek␣op bospeen breek␣op opbelde opbleef opbleek opbreek pleeboy probeer 38 definities gevonden- bekopen — w. Overgankelijk iets ~ met een prijs ergens voor betalen.
- belde␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opbellen.
- belopen — w. Overgankelijk ergens overheen lopen. — w. Een geschat bedrag hebben. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beloop.
- beploeg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beploegen. — w. Gebiedende wijs van beploegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beploegen.
- bepotel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepotelen. — w. Gebiedende wijs van bepotelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepotelen.
- beproef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beproeven. — w. Gebiedende wijs van beproeven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beproeven.
- beroeps — bijv. Beroepsmatig iets bedrijvend, tegen betaling.
- beroept — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beroepen.
- bezopen — bijv. Bijzonder dronken. — bijv. Bijzonder onzinnig. — w. Meervoud verleden tijd van zich bezuipen.
- bleef␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opblijven.
- bleek␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbleken. — w. Gebiedende wijs van opbleken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbleken.
- bospeen — n. Kleine oranje wortels met het loof er nog aan vast.
- breek␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbreken. — w. Gebiedende wijs van opbreken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbreken.
- opbelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opbellen.
- opbleef — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opblijven.
- opbleek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbleken.
- opbreek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbreken.
- pleeboy — n. (Schertsend) toiletdeskundige. — n. (Schertsend) houder voor toiletrollen.
- probeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proberen. — w. Gebiedende wijs van proberen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proberen.
Zie deze lijst voor:
| |