|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van zeven letters bevattend met B, 2E, O en Vbekoved beloven beroven betover bevloei bevloer bevoegd bevoelt bevoert bevroed bevroeg bosveen erboven heb␣over overheb veeboer veeboot verboer voetbed 35 definities gevonden- bekoved — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) op eervolle wijze, keurig.
- beloven — w. Overgankelijk toezeggen dat iets gedaan zal worden. — w. Dat belooft wat: nu dit gebeurd is gaat er nog veel meer gebeuren.
- beroven — w. Overgankelijk iemand met geweld zijn bezit ontnemen. — w. Iemand het genot van iets doen missen, zaken ontdoen van iets.
- betover — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betoveren. — w. Gebiedende wijs van betoveren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betoveren.
- bevloei — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeien. — w. Gebiedende wijs van bevloeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeien.
- bevloer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeren. — w. Gebiedende wijs van bevloeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevloeren.
- bevoegd — bijv. Officieel gerechtigd zijn iets te doen.
- bevoelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevoelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevoelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bevoelen.
- bevoert — w. Gij-vorm verleden tijd van bevaren.
- bevroed — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevroeden. — w. Gebiedende wijs van bevroeden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevroeden.
- bevroeg — w. Enkelvoud verleden tijd van bevragen.
- bosveen — n. Met bomen begroeid veen; veen met veel houtresten.
- erboven — voorn. Vervangt *boven het.
- heb␣over — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhebben. — w. Gebiedende wijs van overhebben. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhebben.
- overheb — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhebben.
- veeboer — n. (Veeteelt) (beroep) boer die zich vooral met het fokken van vee bezig houdt.
- veeboot — n. Platte boot geschikt voor het vervoer van koeien, schapen en ander vee.
- verboer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verboeren. — w. Gebiedende wijs van verboeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verboeren.
- voetbed — n. (Schoeisel) de bovenzijde van een schoenzool, waarop de voetzool staat.
Zie deze lijst voor:
| |