|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van negen letters bevattend met 2B, L, N en Safslibben belbussen bestelbon biblisten blimbings blusboten bobolinks bobsleeën bondsblad on-Bijbels sabbelden sabbelend sabelbont schnabbel slabberen slibben␣af slibbende slibberen slobberen 27 definities gevonden- afslibben — w. Zuiveren van erts met water en modder. — w. Als slib wegvloeien.
- belbussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord belbus.
- bestelbon — n. Bon waarop de gegevens van een bestelling staan.
- biblisten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord biblist.
- blimbings — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord blimbing.
- blusboten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord blusboot.
- bobolinks — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bobolink.
- bobsleeën — w. (Sport) een sport bedrijven waarbij een bochtig ijsparcours… — w. Het beoefenen van de bobsleesport. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bobslee.
- bondsblad — n. Tijdschrift van en voor vakbondsleden. — n. Blad van een ander soort bond.
- on-Bijbels — bijv. Niet in overeenstemming met de Bijbel.
- sabbelden — w. Meervoud verleden tijd van sabbelen.
- sabbelend — w. Onvoltooid deelwoord van sabbelen.
- sabelbont — n. Bont van de sabelmarter, het sabeldier.
- schnabbel — n. Goed betaald werk dat men naast zijn gewone werk doet. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schnabbelen. — w. Gebiedende wijs van schnabbelen.
- slabberen — w. Snel, morsig en luidruchtig eten en drinken (zoals varkens doen).
- slibben␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afslibben.
- slibbende — w. Verbogen vorm van slibbend, het onvoltooid deelwoord van slibben.
- slibberen — w. Met een glijdende, slippende beweging vallen of dreigen te vallen. — w. Op moreel niveau wegglijden, of afglijden.
- slobberen — w. Onovergankelijk te ruim zitten, lubberen, flodderen. — w. Overgankelijk onfatsoenlijk, hoorbaar drinken, slurpen.
Zie deze lijst voor:
| |