Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van negen letters bevattend met B, D, I en 2Tambtstijd beeldt␣uit bestrijdt betitelde bevittend bezittend bijtreedt bindt␣vast bitterden bitterend bliktandt braadt␣uit brandt␣uit breidt␣uit broedt␣uit debiteert tijdtabel treedt␣bij uitbatend uitbeeldt uitbraadt uitbrandt uitbreidt uitbroedt vastbindt 53 definities gevonden- ambtstijd — n. De periode dat iemand een functie vervult.
- beeldt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeelden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeelden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbeelden.
- bestrijdt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bestrijden.
- betitelde — w. Enkelvoud verleden tijd van betitelen.
- bevittend — w. Onvoltooid deelwoord van bevitten.
- bezittend — w. Onvoltooid deelwoord van bezitten. — bijv. Van iets dat het wat in eigendom heeft.
- bijtreedt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijtreden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijtreden.
- bindt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastbinden.
- bitterden — w. Meervoud verleden tijd van bitteren.
- bitterend — w. Onvoltooid deelwoord van bitteren.
- bliktandt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bliktanden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bliktanden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bliktanden.
- braadt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbraden.
- brandt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbranden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbranden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbranden.
- breidt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbreiden.
- broedt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbroeden.
- debiteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van debiteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van debiteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van debiteren.
- tijdtabel — n. Schema met tijden waarop bepaalde handelingen starten en stoppen.
- treedt␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijtreden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijtreden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijtreden.
- uitbatend — w. Onvoltooid deelwoord van uitbaten.
- uitbeeldt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeelden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeelden.
- uitbraadt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraden.
- uitbrandt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbranden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbranden.
- uitbreidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden.
- uitbroedt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden.
- vastbindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbinden.
Zie deze lijst voor:
|