|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van tien letters bevattend met 2B, E, L, R en Tbabbeltruc barbeeltje belastbaar bestelbaar betaalbaar bierbostel bitterblad blubbertje boorbeitel borstbeeld boterbloem brobbeltje bulderbast dubbelriet dubbelster grabbelton krabbeltje krabbelt␣op opkrabbelt ribbeltjes stribbelde stribbelen verbabbelt verdobbelt verdubbelt 37 definities gevonden- babbeltruc — n. (Juridisch) het proberen binnen te dringen in een woning (om…
- barbeeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord barbeel.
- belastbaar — bijv. Dat het gewicht kan en mag dragen. — bijv. Waarover belasting wordt geheven.
- bestelbaar — bijv. Dat een koopwaar niet op voorraad aanwezig is maar wel te…
- betaalbaar — bijv. Niet te duur om te betalen.
- bierbostel — n. Bostel.
- bitterblad — n. (Plantkunde) (voeding) Rumex obtusifolius ridderzuring. — n. (Plantkunde) (voeding) Persicaria hydropiper waterpeper. — n. (Plantkunde) Exacum affine een kamerplant.
- blubbertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blubber.
- boorbeitel — n. (Gereedschap) beitel die gebruikt wordt voor boringen in gesteente.
- borstbeeld — n. Beeldhouwwerk dat enkel het hoofd, de borst en de schouders toont.
- boterbloem — n. (Plantkunde) een aantal meestal overblijvende, kruidachtig…
- brobbeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord brobbel.
- bulderbast — n. (Scheldwoord) iemand die raast, tiert, vloekt, buldert of op…
- dubbelriet — n. (Muziekinstrument) twee rietbladen op het mondstuk van een blaasinstrument.
- dubbelster — n. (Astronomie) twee sterren die om elkaar heen bewegen.
- grabbelton — n. Een ton of bak die gevuld is met krantensnippers of zaagsel…
- krabbeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord krabbel.
- krabbelt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkrabbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkrabbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opkrabbelen.
- opkrabbelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkrabbelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkrabbelen.
- ribbeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ribbel.
- stribbelde — w. Enkelvoud verleden tijd van stribbelen.
- stribbelen — w. Zich verzetten.
- verbabbelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbabbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbabbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbabbelen.
- verdobbelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdobbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdobbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdobbelen.
- verdubbelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdubbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdubbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdubbelen.
Zie deze lijst voor:
| |