|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van tien letters bevattend met B, 2E, R, U en Zbeuzelaars beuzelaren beuzelarij bezoekduur bezoekuren bierhuizen boterzuren brulziekte bufferzone buizerdjes burenruzie Burkinezen Burundezen jobbeurzen rouwbezoek vakbeurzen verbeuzelt zakbreuken zakbreukje zelfbouwer zoutbergen zoutbergje 25 definities gevonden- beuzelaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beuzelaar.
- beuzelaren — n. (Dichterlijk), (verouderd) beuzelaars, meervoud van beuzelaar.
- beuzelarij — n. Iets onbenulligs.
- bezoekduur — n. De tijd dat een bezoek kost.
- bezoekuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bezoekuur.
- bierhuizen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bierhuis.
- boterzuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord boterzuur.
- brulziekte — n. (Diergeneeskunde) tetanie bij kalveren. — n. (Diergeneeskunde) afwijking bij het vrouwelijk dier, waarbij…
- bufferzone — n. Een gebied dat op een of andere manier als buffer dient.
- buizerdjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord buizerd.
- burenruzie — n. Ruzie tussen buren.
- Burkinezen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Burkinees.
- Burundezen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Burundees.
- jobbeurzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord jobbeurs.
- rouwbezoek — n. Visite die men aflegt bij de nabestaanden van een overleden persoon.
- vakbeurzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord vakbeurs.
- verbeuzelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbeuzelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbeuzelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbeuzelen.
- zakbreuken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zakbreuk.
- zakbreukje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zakbreuk.
- zelfbouwer — n. Iemand die zelf de leiding neemt bij de bouw van zijn huis.
- zoutbergen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zoutberg.
- zoutbergje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zoutberg.
Zie deze lijst voor:
| |