|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van tien letters bevattend met B, F, I, L, S en Tabsolutief alstublief asjeblieft baarsfilet beflijster bijsloften bleef␣thuis blefaritis blijf␣thuis bosolifant fibroblast fietsclubs filibuster flibustier sloften␣bij subelatief thuisbleef thuisblijf 24 definities gevonden- absolutief — n. (Grammatica) naamval die voorkomt in ergatieve talen en die formeel uitdrukt. — n. (Taalkunde) (taaltypologie) benaming voor het lijdend voorwerp…
- alstublief — bijw. (Formeel) als beleefde aandrang bij een verzoek of versterking… — bijw. (Formeel) uitroep bij het geven van iets.
- asjeblieft — bijw. (Informeel) als beleefde aandrang bij een verzoek of versterking…
- baarsfilet — n. (Voeding) baars zonder graten.
- beflijster — n. (Vogels) Turdus torquatus , een lijster die sterk op de merel…
- bijsloften — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van bijsloffen.
- bleef␣thuis — w. Enkelvoud verleden tijd van thuisblijven.
- blefaritis — n. (Medisch) ontsteking van een ooglid.
- blijf␣thuis — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven. — w. Gebiedende wijs van thuisblijven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven.
- bosolifant — n. (Slurfdieren) Loxodonta cyclotis een van de drie nog levende…
- fibroblast — n. (Biologie) cel, betrokken bij het ontstaan van bindweefsel.
- fietsclubs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fietsclub.
- filibuster — n. Vrijbuiter. — n. Langdurige toespraak als vertragingstactiek. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van filibusteren.
- flibustier — n. (Scheepvaart) (geschiedenis) piraat, vaak van Franse herkomst…
- sloften␣bij — w. Meervoud verleden tijd van bijsloffen.
- subelatief — n. (Grammatica) een naamval die voorkomt in een taal als Lezgi…
- thuisbleef — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van thuisblijven.
- thuisblijf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven.
Zie deze lijst voor:
| |