|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van tien letters bevattend met B, 2I, 2T en Uabituriënt attributie bazuint␣uit beitelt␣uit bijtten␣uit bij␣uitstek brexitbuit buikten␣uit buitten␣uit intubaties retributie uitbazuint uitbeitelt uitbijtend uitbijters uitbijtten uitbuikten uitbuitend uitbuiters uitbuiting uitbuitten urbaniteit vrijbuitte zittribune 33 definities gevonden- abituriënt — n. (Onderwijs) wie een middelbare school of school voor voorbereidend…
- attributie — n. De toekenning, toeschrijving, toedeling. — n. (Juridisch) de rechtstreekse toekenning van een bevoegdheid…
- bazuint␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbazuinen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbazuinen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbazuinen.
- beitelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbeitelen.
- bijtten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitbijten.
- bij␣uitstek — fr. In het bijzonder, vooral.
- brexitbuit — n. Een organisatie of dienst van de Europese Unie die als gevolg…
- buikten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitbuiken.
- buitten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitbuiten.
- intubaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord intubatie.
- retributie — n. Betaling. — n. Iemand iets betaald zetten, terugbetaling, vergelding. — n. (Juridisch, Nederland) vergoeding die de opstaller aan de grondeigenaar…
- uitbazuint — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbazuinen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbazuinen.
- uitbeitelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen.
- uitbijtend — w. Onvoltooid deelwoord van uitbijten.
- uitbijters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitbijter.
- uitbijtten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbijten.
- uitbuikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbuiken.
- uitbuitend — w. Onvoltooid deelwoord van uitbuiten.
- uitbuiters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitbuiter.
- uitbuiting — n. Het gebruik van iemand maken zonder daar naar waarde voor te belonen.
- uitbuitten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbuiten.
- urbaniteit — n. Het stedelijk zijn: welgemanierdheid, hoffelijkheid, beleefdheid.
- vrijbuitte — w. Enkelvoud verleden tijd van vrijbuiten.
- zittribune — n. Een tribune met uitsluitend zitplaatsen voor het publiek.
Zie deze lijst voor:
| |