|
Lijst met woorden van 14 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van veertien letters bevattend met B, G, R, T en 2Uaanbodgestuurd bermudatuigjes bestuurskundig bestuurslaagje bestuursorgaan blusvoertuigen blusvoertuigje bouquets␣garnis brugrestaurant burengeruchten burgervrouwtje buurbestuiving buurtbengeltje buurtgenootjes cultuurbotsing dengue-uitbraak gastbestuurder glastuinbouwer luchtbruggetje Luxemburgertje natuurgebieden natuurgebiedje zogturbulentie zorgbestuurder zuurstofgebrek 26 definities gevonden- aanbodgestuurd — bijv. (Economie) gedreven op het aanwenden van wat er verkrijgbaar is. — bijv. (Economie) veroorzaakt door productie.
- bermudatuigjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bermudatuig.
- bestuurskundig — bijv. Met betrekking tot de bestuurskunde.
- bestuurslaagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bestuurslaag.
- bestuursorgaan — n. (Juridisch) orgaan van een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld.
- blusvoertuigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord blusvoertuig.
- blusvoertuigje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blusvoertuig.
- bouquets␣garnis — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bouquet garni.
- brugrestaurant — n. (Horeca), (verkeer) een wegrestaurant dat is gebouwd als brug over de weg.
- burengeruchten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord burengerucht.
- burgervrouwtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord burgervrouw.
- buurbestuiving — n. (Biologie) bevruchten van een bloem van dezelfde plant.
- buurtbengeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buurtbengel.
- buurtgenootjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord buurtgenoot.
- cultuurbotsing — n. Een conforntatie tussen verschillende manieren van leven.
- dengue-uitbraak — n. (Medisch) plotselinge toename van het aantal patiënten met knokkelkoorts.
- gastbestuurder — n. Bestuurder van een voertuig die niet een vast lid van een team is.
- glastuinbouwer — n. (Landbouw) iemand die een gewas verbouwt in een grote kas.
- luchtbruggetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord luchtbrug.
- Luxemburgertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Luxemburger.
- natuurgebieden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord natuurgebied.
- natuurgebiedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord natuurgebied.
- zogturbulentie — n. (Luchtvaart) turbulentie die ontstaat in het zog van een vliegtuig.
- zorgbestuurder — n. (Beroep) iemand met een leidinggevende functie in de zorg.
- zuurstofgebrek — n. Een ernstig tekort aan zuurstof hebben.
Zie deze lijst voor:
| |