|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van zeven letters bevattend met B, D, 2E, O en Rbebroed bedroef bedroeg beroemd beroerd bevroed bloeder boender boerden boerend bordeel borende boterde boudeer broedde broedei broeden broeder broedje broeide broesde gebroed omberde renbode rode␣bes 38 definities gevonden- bebroed — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebroeden. — w. Gebiedende wijs van bebroeden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebroeden.
- bedroef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedroeven. — w. Gebiedende wijs van bedroeven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedroeven.
- bedroeg — w. Enkelvoud verleden tijd van bedragen.
- beroemd — bijv. Onder velen bekend en bewonderd.
- beroerd — bijv. Bijzonder slecht, waardeloos. — bijw. Op bijzonder slechte wijze.
- bevroed — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevroeden. — w. Gebiedende wijs van bevroeden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevroeden.
- bloeder — n. (Medisch) iemand die lijdt aan bloederziekte.
- boender — n. Stevige borstel waarmee geschrobd kan worden.
- boerden — w. Meervoud verleden tijd van boeren.
- boerend — w. Onvoltooid deelwoord van boeren.
- bordeel — n. (Seksualiteit) een huis waarin tegen betaling seksuele diensten…
- borende — w. Verbogen vorm van borend, het onvoltooid deelwoord van boren.
- boterde — w. Enkelvoud verleden tijd van boteren.
- boudeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bouderen. — w. Gebiedende wijs van bouderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bouderen.
- broedde — w. Enkelvoud verleden tijd van broeden.
- broedei — n. Een ei dat gebruikt wordt voor het produceren van kuikens; bebroed ei.
- broeden — w. Inergatief (dierkunde) een gelegd ei met lichaamswarmte warm houden. — w. ~ op: (een plan) in het geheim beramen, uitdenken.
- broeder — n. (Formeel) een broer. — n. Een medemens of naaste. — n. Een kloosterling die geen priester is of die daarvoor wordt opgeleid.
- broedje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord broed.
- broeide — w. Enkelvoud verleden tijd van broeien.
- broesde — w. Enkelvoud verleden tijd van broezen.
- gebroed — n. Zich voortplantend ongedierte. — n. Gespuis.
- omberde — w. Enkelvoud verleden tijd van omberen.
- renbode — n. (Beroep) koerier.
- rode␣bes — n. (Fruit) Ribes rubrum aalbes.
Zie deze lijst voor:
| |