|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van acht letters bevattend met B, 2E, O, P en Rbedropen bekropen beproefd beproeft bergen␣op beroepen beroeper beroepje besproei beurde␣op beuren␣op breekt␣op breken␣op opbeller opbergen opbeurde opbeuren opbreekt opbreken operabel plombeer poolbeer probeert proberen probleem 45 definities gevonden- bedropen — w. Meervoud verleden tijd van bedruipen. — w. Voltooid deelwoord van bedruipen.
- bekropen — w. Meervoud verleden tijd van bekruipen. — w. Voltooid deelwoord van bekruipen.
- beproefd — bijv. Betrouwbaar bevonden na testen.
- beproeft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beproeven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beproeven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beproeven.
- bergen␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opbergen.
- beroepen — w. Wederkerend ~ op: zijn positie verdedigen door te verwijzen… — w. Overgankelijk iemand vragen de verantwoordelijkheden van voorganger… — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord beroep.
- beroeper — n. (Informeel) iemand die in beroep gaat, een appellant.
- beroepje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beroep.
- besproei — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besproeien. — w. Gebiedende wijs van besproeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besproeien.
- beurde␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opbeuren.
- beuren␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opbeuren.
- breekt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbreken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbreken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opbreken.
- breken␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opbreken.
- opbeller — n. Iemand de telefoneert; iemand die opbelt.
- opbergen — w. Overgankelijk op een veilige plaats wegdoen.
- opbeurde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opbeuren.
- opbeuren — w. Overgankelijk iemand die onder neerslachtigheid gebukt gaat…
- opbreekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbreken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbreken.
- opbreken — w. Ergatief de tenten afbreken en optrekken. — w. Overgankelijk een weg ~: de grond openen voor werkzaamheden. — w. Onpersoonlijk duur te staan komen.
- operabel — bijv. (Medisch) van een aandoening (met name een tumor) dat deze…
- plombeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plomberen. — w. Gebiedende wijs van plomberen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plomberen.
- poolbeer — n. (Roofdieren) beer wiens natuurlijke habitat bij de polen is, ijsbeer.
- probeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proberen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proberen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van proberen.
- proberen — w. Overgankelijk testen. — w. Overgankelijk onderzoeken. — w. Overgankelijk iets met succes trachten te beëindigen waarvan…
- probleem — n. Iets dat schade teweegbrengt of de voortgang van iets anders in de weg staat. — n. (In engere zin) onopgelost vraagstuk.
Zie deze lijst voor:
| |