Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van negen letters bevattend met B, 3E, T en Zbezeikten bezendert bezetenen bezetsels bezettend bezetters bezietjes bezoedelt bezweette bezwetend boezeltje herbeziet overbezet zeboetjes zeebanket zeebootje zetboeren ziektebed 25 definities gevonden- bezeikten — w. Meervoud verleden tijd van bezeiken.
- bezendert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezenderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezenderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezenderen.
- bezetenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bezetene.
- bezetsels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bezetsel.
- bezettend — w. Onvoltooid deelwoord van bezetten.
- bezetters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bezetter.
- bezietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bezie.
- bezoedelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoedelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoedelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezoedelen.
- bezweette — w. Enkelvoud verleden tijd van bezweten.
- bezwetend — w. Onvoltooid deelwoord van bezweten.
- boezeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boezel.
- herbeziet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbezien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbezien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van herbezien.
- overbezet — bijv. Meer dan volledig bezet.
- zeboetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zeboe.
- zeebanket — n. (Voeding) gevarieerde vismaaltijd.
- zeebootje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeeboot.
- zetboeren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zetboer.
- ziektebed — n. Bed waarin een zieke ligt. — n. (Figuurlijk) periode dat men ziek is.
Zie deze lijst voor:
|