|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 12 woorden van negen letters bevattend met B, 2I, L en 2Tbeitelt␣in beitel␣uit blijft␣uit blinkt␣uit bloeit␣uit inbeitelt liberteit trilobiet uitbeitel uitblijft uitblinkt uitbloeit 26 definities gevonden- beitelt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbeitelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbeitelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inbeitelen.
- beitel␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen. — w. Gebiedende wijs van uitbeitelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen.
- blijft␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblijven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblijven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitblijven.
- blinkt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitblinken.
- bloeit␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbloeien.
- inbeitelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbeitelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbeitelen.
- liberteit — n. Vrijheid.
- trilobiet — n. Een klasse uitgestorven geleedpotigen, die in zee leefden in…
- uitbeitel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen.
- uitblijft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblijven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblijven.
- uitblinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblinken.
- uitbloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbloeien.
Zie deze lijst voor:
| |