|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van tien letters bevattend met B, E, 2I, 2N en Tbeitelen␣in bijknipten bijtringen binnenliet binnentikt binnentuin binnenwipt blinken␣uit Brittannië buitendien buitenging buitenkind buitenlijn buitenring ging␣buiten inbeitelen inbijtende kinderbint knipten␣bij liet␣binnen snijbieten tikt␣binnen tribune-ion uitblinken wipt␣binnen 35 definities gevonden- beitelen␣in — w. Meervoud tegenwoordige tijd van inbeitelen.
- bijknipten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van bijknippen.
- bijtringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bijtring.
- binnenliet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van binnenlaten.
- binnentikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnentikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnentikken.
- binnentuin — n. (Bouwkunde) door een of meer gebouwen en muren omsloten gebied…
- binnenwipt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenwippen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenwippen.
- blinken␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitblinken.
- Brittannië — eig. (Geschiedenis) (toponiem: eiland) eiland bestaande uit Engeland…
- buitendien — bijw. (Formeel) bovendien.
- buitenging — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van buitengaan.
- buitenkind — n. Kind van buiten de stad, plattelandskind. — n. (Antillen:) kind van een andere dan de vaste partner.
- buitenlijn — n. De omtrek, het silhouet van een voorwerp. — n. Telefoonlijn die het gebouw verlaat. — n. De buitenste grens van een speelveld.
- buitenring — n. Iets dat als een ring om de buitenkant van iets heen ligt. — n. (Figuurlijk) de periferie van een bepaalde zaak.
- ging␣buiten — w. Enkelvoud verleden tijd van buitengaan.
- inbeitelen — w. Overgankelijk met een beitel ’graveren’ in steen.
- inbijtende — w. Verbogen vorm van inbijtend, het onvoltooid deelwoord van inbijten.
- kinderbint — n. (Bouwkunde) kleine balk in een balklaag van een vloer die haaks…
- knipten␣bij — w. Meervoud verleden tijd van bijknippen.
- liet␣binnen — w. Enkelvoud verleden tijd van binnenlaten.
- snijbieten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord snijbiet.
- tikt␣binnen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnentikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnentikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van binnentikken.
- tribune-ion — n. (Scheikunde) een ion in oplossing dat niet aan de onderhavige…
- uitblinken — w. Inergatief ~ in uitzonderljk goed presteren.
- wipt␣binnen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenwippen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenwippen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van binnenwippen.
Zie deze lijst voor:
| |