Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van tien letters bevattend met D, 2J, S en Tadjunctjes dozijntjes fijnsnijdt grijsrijdt hadjietjes ijstijdjes jiddisjkat jihadistje judomatjes lijdertjes reistijdje rijdertjes rijdt␣grijs Sjoerdtjes snijdertje snijdt␣fijn snijtandje soldijtjes strijdbijl tijdinkjes tijdreisje tijdritjes tijdvakjes tijdversje vistijdjes 31 definities gevonden- adjunctjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord adjunct.
- dozijntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord dozijn.
- fijnsnijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnsnijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnsnijden.
- grijsrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden.
- hadjietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hadji.
- ijstijdjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ijstijd.
- jiddisjkat — n. (Jiddisch-Hebreeuws) joodsheid.
- jihadistje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord jihadist.
- judomatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord judomat.
- lijdertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lijder.
- reistijdje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord reistijd.
- rijdertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord rijder.
- rijdt␣grijs — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van grijsrijden.
- Sjoerdtjes — eig. Genitief van Sjoerdtje.
- snijdertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snijder.
- snijdt␣fijn — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnsnijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnsnijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fijnsnijden.
- snijtandje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snijtand.
- soldijtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord soldij.
- strijdbijl — n. (Gereedschap) bijl die als wapen wordt gebruikt.
- tijdinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tijding.
- tijdreisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tijdreis.
- tijdritjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tijdrit.
- tijdvakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tijdvak.
- tijdversje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tijdvers.
- vistijdjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vistijd.
|