|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van zeven letters bevattend met D, E, H, I en Ubehuild behuisd dekhuis dufheid dunheid gulheid hieuwde huidcel huidjes huifden huilden huilend huisden huivend huizend hulde␣in inhulde Jehudit koehuid luiheid mufheid oudheid rulheid ruwheid sufheid 36 definities gevonden- behuild — bijv. Waarmee gehuild is; waarover tranen hebben gelopen.
- behuisd — bijv. ~~ behuisd zijn: van een woning of gebouw voorzien zijn… — bijv. Voorzien zijn van een huis.
- dekhuis — n. Afgesloten bouwsel op het dek van een boot.
- dufheid — n. Een gevoel waarbij men zich futloos of uitgedoofd voelt.
- dunheid — n. Het mager zijn. — n. De ijlheid van de atmosfeer.
- gulheid — n. De mate van gul zijn. — n. Geschenken, giften. — n. Vrijgevigheid.
- hieuwde — w. Enkelvoud verleden tijd van hieuwen.
- huidcel — n. De verschillende soorten cellen die de verschillende weefsels…
- huidjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord huid.
- huifden — w. Meervoud verleden tijd van huiven.
- huilden — w. Meervoud verleden tijd van huilen.
- huilend — bijv. Het aan het huilen zijn. — w. Onvoltooid deelwoord van huilen.
- huisden — w. Meervoud verleden tijd van huizen.
- huivend — w. Onvoltooid deelwoord van huiven.
- huizend — w. Onvoltooid deelwoord van huizen.
- hulde␣in — w. Enkelvoud verleden tijd van inhullen.
- inhulde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inhullen.
- Jehudit — eig. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) dochter van Beëri, vrouw van… — eig. (Jiddisch-Hebreeuws) (vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- koehuid — n. De vacht van een koe waar de haren nog niet van verwijderd zijn.
- luiheid — n. Het ontbreken van de wil iets te doen.
- mufheid — n. Het saai en niet fris zijn van iets of iemand.
- oudheid — n. (Geschiedenis) het tijdperk van de geschiedenis van de prehistorie… — n. Een overblijfsel uit [1].
- rulheid — n. Het ruw, hobbelig niet glad zijn van een oppervlakte. — n. (Voeding) het droog, niet klef zijn van een voedingsproduct.
- ruwheid — n. Het niet prettig in de omgang zijn van een persoon. — n. Het niet glad zijn van een voorwerp.
- sufheid — n. Door uitputting of aandoening minder alert zijn, slaperigheid. — n. Sloomheid, traagheid van begrip en handelen. — n. Eentonigheid, saaiheid.
Zie deze lijst voor:
| |