|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van acht letters bevattend met D, 2I, J en Udijde␣uit dijen␣uit dijkhuis Djibouti drijf␣uit glijd␣uit judicium kijkduin rijdt␣uit snijd␣uit uitdijde uitdijen uitdrijf uitglijd uitrijdt uitsnijd uitwijdt wijdt␣uit 34 definities gevonden- dijde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitdijen.
- dijen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitdijen.
- dijkhuis — n. Een woning gebouwd op of langs een dijk.
- Djibouti — eig. (Toponiem: land) een land in Oost-Afrika dat aan Eritrea… — eig. (Toponiem) de hoofdstad van Djibouti.
- drijf␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrijven. — w. Gebiedende wijs van uitdrijven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrijven.
- glijd␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden. — w. Gebiedende wijs van uitglijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden.
- judicium — n. (Juridisch) vonnis. — n. Oordeel (van de faculteit over een afgelegd examen aan een universiteit).
- kijkduin — n. Een duin die hoger is dan dan de andere duinen en vanwaar men…
- rijdt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitrijden.
- snijd␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsnijden. — w. Gebiedende wijs van uitsnijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsnijden.
- uitdijde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdijen.
- uitdijen — w. Ergatief meer of groter worden, toenemen. — w. Ergatief in omvang toenemen, aangroeien. — w. Ergatief dikker worden, opzwellen.
- uitdrijf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrijven.
- uitglijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden.
- uitrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrijden.
- uitsnijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsnijden.
- uitwijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijden.
- wijdt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwijden.
Zie deze lijst voor:
| |