Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van acht letters bevattend met D, I, L en 2Tdeelt␣uit delft␣uit delgt␣uit flittend kittelde klittend laadt␣uit latitude leidt␣uit lidstaat luidt␣uit teeltijd telde␣uit tijdslot tildetje tintelde titelden titelend uitdeelt uitdelft uitdelgt uitlaadt uitleidt uitluidt uittelde 47 definities gevonden- deelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelen.
- delft␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelven.
- delgt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelgen.
- flittend — w. Onvoltooid deelwoord van flitten.
- kittelde — w. Enkelvoud verleden tijd van kittelen.
- klittend — w. Onvoltooid deelwoord van klitten.
- laadt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitladen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitladen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitladen.
- latitude — n. (Aardrijkskunde) (formeel) geografische breedte (meer gebruikelijk…
- leidt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitleiden.
- lidstaat — n. (Politiek) een staat die toegetreden is tot een inter- of supranationale…
- luidt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitluiden.
- teeltijd — n. (Veeteelt) de tijd dat dieren vruchtbaar zijn. — n. (Landbouw) de tijd dat de boeren zaaien.
- telde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uittellen.
- tijdslot — n. Afsluitmechanisme van een kluis of ruimte waarin een of meer… — n. Afgebakende periode waarbinnen men recht op iets heeft, zoals…
- tildetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tilde.
- tintelde — w. Enkelvoud verleden tijd van tintelen.
- titelden — w. Meervoud verleden tijd van titelen.
- titelend — w. Onvoltooid deelwoord van titelen.
- uitdeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen.
- uitdelft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelven.
- uitdelgt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelgen.
- uitlaadt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitladen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitladen.
- uitleidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitleiden.
- uitluidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden.
- uittelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uittellen.
Zie deze lijst voor:
|