Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van acht letters bevattend met D, L, 2T en Udeelt␣uit delft␣uit delgt␣uit dreutelt duatleet laadt␣uit latitude leidt␣uit luidt␣uit teldatum telde␣uit uitdeelt uitdelft uitdelgt uitlaadt uitleidt uitluidt uittelde 40 definities gevonden- deelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelen.
- delft␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelven.
- delgt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelgen.
- dreutelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dreutelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dreutelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dreutelen.
- duatleet — n. (Sport) sporter die deelneemt aan een wedstrijd die bestaat…
- laadt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitladen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitladen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitladen.
- latitude — n. (Aardrijkskunde) (formeel) geografische breedte (meer gebruikelijk…
- leidt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitleiden.
- luidt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitluiden.
- teldatum — n. (Onderwijs) datum waarop men bepaalt hoeveel leerlingen er…
- telde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uittellen.
- uitdeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelen.
- uitdelft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelven.
- uitdelgt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdelgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdelgen.
- uitlaadt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitladen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitladen.
- uitleidt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitleiden.
- uitluidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden.
- uittelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uittellen.
Zie deze lijst voor:
|