|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van negen letters bevattend met D, E, 2H en Idichtheid hanigheid harigheid hawaïhemd Hechasied hechtheid heelhuids hevigheid hield␣hoog hield␣huis hondsheid hoofsheid hooghield horigheid huichelde huishield lichtheid rechtheid schelheid schorheid schuwheid zachtheid 27 definities gevonden- dichtheid — n. (Maatschappelijk); compactheid. — n. (Natuurkunde) (scheikunde) grootheid voor aantal eenheden per… — n. Het dicht zijn (d.w.z. zonder gaten) zoals bij kierdichtheid.
- hanigheid — n. De mate waarin iemand zich gedraagt als een bazige man; het…
- harigheid — n. Het met (veel) haar begroeid zijn; het hebben van haar.
- hawaïhemd — n. Felgekleurd shirt met korte mouwen dat men vooral in de zomer…
- Hechasied — eig. (Jiddisch-Hebreeuws) Jehoeda ben Sjmoeël, ook wel: Jehoeda…
- hechtheid — n. De betrouwbaarheid en stevigheid van iets of iemand, ook in figuurlijke zin.
- heelhuids — bijw. Ongedeerd, zonder ernstige schade.
- hevigheid — n. Met heel veel energie.
- hield␣hoog — w. Enkelvoud verleden tijd van hooghouden.
- hield␣huis — w. Enkelvoud verleden tijd van huishouden.
- hondsheid — n. Onbeschoftheid, onwellevendheid. — n. De eeuwigdurende trouw.
- hoofsheid — n. Beleefdheid, wellevendheid, hoffelijkheid.
- hooghield — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van hooghouden.
- horigheid — n. Onderdanige, onvrije gebondenheid en onderdanigheid.
- huichelde — w. Enkelvoud verleden tijd van huichelen.
- huishield — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van huishouden.
- lichtheid — n. Het niet zwaar zijn; niet al te serieus zijn.
- rechtheid — n. Het zonder kromming zijn. — n. Zonder enige flexibiliteit zijn. — n. De situatie dat alles goed en zonder fouten was voor de zondeval…
- schelheid — n. Met grote felheid, scherpheid en te weinig nuance.
- schorheid — n. Het krassende manier waarop iemand praat die schor is.
- schuwheid — n. Het verlegen en bang zijn.
- zachtheid — n. De mate van zacht zijn.
Zie deze lijst voor:
| |