|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van tien letters bevattend met 2D, E, G, T en Udaagden␣uit deden␣terug delgden␣uit droogde␣uit dunkte␣goed duwde␣terug goeddunkte kuddegeest nodigde␣uit ondertuigd terugdeden terugdoend terugduwde uitdaagden uitdagende uitdelgden uitdelgend uitdragend uitdrogend uitdroogde uitgediend uitnodigde 24 definities gevonden- daagden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitdagen.
- deden␣terug — w. Meervoud verleden tijd van terugdoen.
- delgden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitdelgen.
- droogde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitdrogen.
- dunkte␣goed — w. Onpersoonlijke verleden tijd van goeddunken. — w. Enkelvoud verleden tijd van goeddunken.
- duwde␣terug — w. Enkelvoud verleden tijd van terugduwen.
- goeddunkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van goeddunken.
- kuddegeest — n. De neiging om hetzelfde te doen wat andere mensen ook doen.
- nodigde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitnodigen.
- ondertuigd — bijv. (Scheepvaart) met minder zeil dan de weersomstandigheden mogelijk maken.
- terugdeden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van terugdoen.
- terugdoend — w. Onvoltooid deelwoord van terugdoen.
- terugduwde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terugduwen.
- uitdaagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitdagen.
- uitdagende — w. Verbogen vorm van uitdagend, het onvoltooid deelwoord van uitdagen.
- uitdelgden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitdelgen.
- uitdelgend — w. Onvoltooid deelwoord van uitdelgen.
- uitdragend — w. Onvoltooid deelwoord van uitdragen.
- uitdrogend — w. Onvoltooid deelwoord van uitdrogen.
- uitdroogde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdrogen.
- uitgediend — bijv. Van iemand dat hij of zij zijn taak heeft vervuld en ontslagen kan worden. — bijv. Van iets dat het zijn functie heeft gehad maar nu overbodig is geworden.
- uitnodigde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitnodigen.
Zie deze lijst voor:
| |