Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van tien letters bevattend met D, I, N, O en 2Ubouwden␣uit bouwkundig buitenhoud dinosaurus douane-unie goudmuizen houd␣buiten houden␣huis houtduiven huishouden jouwden␣uit oud␣en␣nieuw uitbouwden uitbouwend uithoudend uithouding uithouwend uitjouwden uitjouwend uitvouwden uitvouwend vouwden␣uit woudduiven 28 definities gevonden- bouwden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitbouwen.
- bouwkundig — bijv. Tot de bouwkunde behorende.
- buitenhoud — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenhouden.
- dinosaurus — n. (Reptielen) een lid van een uitgestorven groep van reptielen…
- douane-unie — n. (Economie) een geïntegreerde economische samenwerking tussen…
- goudmuizen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord goudmuis.
- houd␣buiten — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenhouden. — w. Gebiedende wijs van buitenhouden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitenhouden.
- houden␣huis — w. Meervoud tegenwoordige tijd van huishouden.
- houtduiven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord houtduif.
- huishouden — w. (Pejoratief) een grote rommel of vernietiging achterlaten. — w. De huishouding doen. — n. Een groep van één of meer samenwonende mensen die samen een…
- jouwden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitjouwen.
- oud␣en␣nieuw — fr. (Jaarwisseling) de jaarwisseling. — fr. (Jaarwisseling) het feest dat gevierd wordt tijdens oudejaarsavond…
- uitbouwden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbouwen.
- uitbouwend — w. Onvoltooid deelwoord van uitbouwen.
- uithoudend — w. Onvoltooid deelwoord van uithouden.
- uithouding — n. Het uithouden.
- uithouwend — w. Onvoltooid deelwoord van uithouwen.
- uitjouwden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitjouwen.
- uitjouwend — w. Onvoltooid deelwoord van uitjouwen.
- uitvouwden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitvouwen.
- uitvouwend — w. Onvoltooid deelwoord van uitvouwen.
- vouwden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitvouwen.
- woudduiven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord woudduif.
Zie deze lijst voor:
|