|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van elf letters bevattend met D, 2H, I, O en Sdichtschoof hield␣schoon hofdichters hondshaaien hoorde␣thuis houden␣thuis houdt␣schuil huishondjes huishoudend huishoudens huishouding noachidisch schijthoofd schoof␣dicht schoonhield schuilhoudt thuishoorde thuishorend thuishouden 23 definities gevonden- dichtschoof — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dichtschuiven.
- hield␣schoon — w. Enkelvoud verleden tijd van schoonhouden.
- hofdichters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hofdichter.
- hondshaaien — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hondshaai.
- hoorde␣thuis — w. Enkelvoud verleden tijd van thuishoren.
- houden␣thuis — w. Meervoud tegenwoordige tijd van thuishouden.
- houdt␣schuil — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuilhouden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuilhouden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van schuilhouden.
- huishondjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord huishond.
- huishoudend — w. Onvoltooid deelwoord van huishouden.
- huishoudens — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord huishouden.
- huishouding — n. Een verzamelnaam voor het dagelijks levensonderhoud in een woning.
- noachidisch — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) in ’noachidische geboden’: ook bestemd…
- schijthoofd — n. (Scheldwoord) een vervelend persoon.
- schoof␣dicht — w. Enkelvoud verleden tijd van dichtschuiven.
- schoonhield — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van schoonhouden.
- schuilhoudt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuilhouden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuilhouden.
- thuishoorde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van thuishoren.
- thuishorend — w. Onvoltooid deelwoord van thuishoren.
- thuishouden — w. Binnenshuis houden, niet naar buiten gaan. — w. Thuis houden en niet retourneren naar school of bedrijf.
Zie deze lijst voor:
| |