Lijst met woorden van 11 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van elf letters bevattend met D, I, L, P en 2Tdichtklapte dichtplakte inktpotlood kapittelden kapittelend klapte␣dicht paalzittend pilotstudie plaatsvindt plakte␣dicht plundert␣uit protestlied tiendplicht uitdoelpunt uitplantend uitplundert uitstulpend vindt␣plaats 25 definities gevonden- dichtklapte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dichtklappen.
- dichtplakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van dichtplakken.
- inktpotlood — n. Potlood waarvan men door bevochtiging inktschrift krijgen kan.
- kapittelden — w. Meervoud verleden tijd van kapittelen.
- kapittelend — w. Onvoltooid deelwoord van kapittelen.
- klapte␣dicht — w. Enkelvoud verleden tijd van dichtklappen.
- paalzittend — w. Onvoltooid deelwoord van paalzitten.
- pilotstudie — n. Vooronderzoek.
- plaatsvindt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden.
- plakte␣dicht — w. Enkelvoud verleden tijd van dichtplakken.
- plundert␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitplunderen.
- protestlied — n. Lied waarin maatschappijkritiek wordt geuit.
- tiendplicht — n. (Middeleeuwen) de plicht om een tiende deel van zijn oogst…
- uitdoelpunt — n. (Sport) doelpunt gescoord bij een uitwedstrijd.
- uitplantend — w. Onvoltooid deelwoord van uitplanten.
- uitplundert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitplunderen.
- uitstulpend — w. Onvoltooid deelwoord van uitstulpen.
- vindt␣plaats — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsvinden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaatsvinden.
Zie deze lijst voor:
|