|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van negen letters bevattend met D, E, I, 2O en Uaudioboek audiotoer boorde␣uit doofde␣uit duodecimo duopoliën duopolies gooide␣uit hoorde␣uit loofde␣uit loogde␣uit onmodieus uienbrood uitboorde uitdoofde uitgooide uithoorde uitloofde uitloogde uitwoonde uitzoomde woonde␣uit zoomde␣uit 24 definities gevonden- audioboek — n. (Media) geluidsopname van een voorgelezen boek.
- audiotoer — n. Rondleiding door een museum of andere attractie waarbij men…
- boorde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitboren.
- doofde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitdoven.
- duodecimo — n. Traditioneel papierformaat van 24 bladzijden gesneden, verkregen…
- duopoliën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord duopolie.
- duopolies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord duopolie.
- gooide␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitgooien.
- hoorde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uithoren.
- loofde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitloven.
- loogde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitlogen.
- onmodieus — bijv. Niet volgens de laatste mode. — bijv. Niet mooi.
- uienbrood — n. Brood met een warm, gesmolten beleg van ui en kaas.
- uitboorde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitboren.
- uitdoofde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdoven.
- uitgooide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitgooien.
- uithoorde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uithoren.
- uitloofde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitloven.
- uitloogde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitlogen.
- uitwoonde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitwonen.
- uitzoomde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzoomen.
- woonde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitwonen.
- zoomde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzoomen.
Zie deze lijst voor:
| |