Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van negen letters bevattend met D, G, 2O, P en Rdept␣droog doelgroep doorglipt doorploeg droegen␣op drongen␣op droogde␣op droogdept droogliep droogloop glipt␣door groeide␣op liep␣droog loop␣droog noodgreep opdroegen opdrogend opdroging opdrongen opdroogde opgroeide ploeg␣door woordgrap 36 definities gevonden- dept␣droog — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogdeppen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogdeppen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van droogdeppen.
- doelgroep — n. Groep waarop een initiatief gericht is.
- doorglipt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorglippen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorglippen.
- doorploeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen. — w. Gebiedende wijs van doorploegen.
- droegen␣op — w. Meervoud verleden tijd van opdragen.
- drongen␣op — w. Meervoud verleden tijd van opdringen.
- droogde␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opdrogen.
- droogdept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogdeppen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogdeppen.
- droogliep — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van drooglopen.
- droogloop — n. Een overdekte gang tussen twee gebouwen. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooglopen.
- glipt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorglippen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorglippen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorglippen.
- groeide␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opgroeien.
- liep␣droog — w. Enkelvoud verleden tijd van drooglopen.
- loop␣droog — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooglopen. — w. Gebiedende wijs van drooglopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drooglopen.
- noodgreep — n. Actie of maatregel die voortvloeit uit een noodsituatie.
- opdroegen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opdragen.
- opdrogend — w. Onvoltooid deelwoord van opdrogen.
- opdroging — n. Volledig verlies van alle water of vocht; het volkomen droog worden.
- opdrongen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opdringen.
- opdroogde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opdrogen.
- opgroeide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opgroeien.
- ploeg␣door — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen. — w. Gebiedende wijs van doorploegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen.
- woordgrap — n. Een woordencombinatie die een komisch effect veroorzaakt.
Zie deze lijst voor:
|