|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van tien letters bevattend met D, E, H, I, R, T en Udiuretisch dwerghutia griendhout hardden␣uit heruitzend heruitzond hield␣terug honderduit hoorden␣uit huidartsen huidvetter huisdokter preutsheid terughield treurdicht uithardden uithardend uithoorden uithorende uithouders verthuisde zend␣heruit zond␣heruit 25 definities gevonden- diuretisch — bijv. De urineproductie stimulerend.
- dwerghutia — n. (Knaagdieren) Mesocapromys nanus knaagdier uit de familie van…
- griendhout — n. Hout dat in rietlanden langs de rivieren en in de Biesbosch…
- hardden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitharden.
- heruitzend — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden.
- heruitzond — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van heruitzenden.
- hield␣terug — w. Enkelvoud verleden tijd van terughouden.
- honderduit — bijw. Veel, in grote mate.
- hoorden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uithoren.
- huidartsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord huidarts.
- huidvetter — n. (Beroep) leerlooier.
- huisdokter — n. (Medisch) een gespecialiseerde arts die perifeer – buiten de…
- preutsheid — n. Een sterke afkeer van alles wat met seks te maken kan hebben…
- terughield — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terughouden.
- treurdicht — n. (Dichtkunst) rouwdicht of klaagdicht.
- uithardden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitharden.
- uithardend — w. Onvoltooid deelwoord van uitharden.
- uithoorden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uithoren.
- uithorende — w. Verbogen vorm van uithorend, het onvoltooid deelwoord van uithoren.
- uithouders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uithouder.
- verthuisde — w. Enkelvoud verleden tijd van verthuizen.
- zend␣heruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden. — w. Gebiedende wijs van heruitzenden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden.
- zond␣heruit — w. Enkelvoud verleden tijd van heruitzenden.
Zie deze lijst voor:
| |