|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van tien letters bevattend met D, E, I, R, T, U en Zdrugsbezit eruitziend heruitzend heruitzond terugziend uitfrezend uitrazende uitreizend uitrijzend uitzondert uitzweerde uitzwerend uitzwermde zandruiter zend␣heruit ziekteduur zijderoute zijdeurtje zondert␣uit zond␣heruit zuidwester zweerde␣uit zwermde␣uit 28 definities gevonden- drugsbezit — n. Het in het bezit hebben van drugs.
- eruitziend — w. Onvoltooid deelwoord van eruitzien.
- heruitzend — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden.
- heruitzond — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van heruitzenden.
- terugziend — w. Onvoltooid deelwoord van terugzien.
- uitfrezend — w. Onvoltooid deelwoord van uitfrezen.
- uitrazende — w. Verbogen vorm van uitrazend, het onvoltooid deelwoord van uitrazen.
- uitreizend — w. Onvoltooid deelwoord van uitreizen.
- uitrijzend — w. Onvoltooid deelwoord van uitrijzen.
- uitzondert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen.
- uitzweerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzweren.
- uitzwerend — w. Onvoltooid deelwoord van uitzweren.
- uitzwermde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzwermen.
- zandruiter — n. (Paardrijden) een ruiter die van zijn paard valt en op de grond belandt.
- zend␣heruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden. — w. Gebiedende wijs van heruitzenden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden.
- ziekteduur — n. De tijd dat men aan een ziekte lijdt.
- zijderoute — n. (Geschiedenis) een aantal routes door en rond Centraal-Azië…
- zijdeurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zijdeur.
- zondert␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzonderen.
- zond␣heruit — w. Enkelvoud verleden tijd van heruitzenden.
- zuidwester — n. (Hoofddeksel) bij regen- en stormweer gedragen hoofddeksel bij zeelieden.
- zweerde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzweren.
- zwermde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzwermen.
Zie deze lijst voor:
| |