|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van negen letters bevattend met D, E, I, R, 2T en Uauditeert breidt␣uit broedt␣uit dokter␣uit drukte␣uit stuiterde teerde␣uit traden␣uit treden␣uit treedt␣uit treurtijd uitbreidt uitbroedt uitdokter uitdrukte uitteerde uitterend uittraden uittreden uittreedt 35 definities gevonden- auditeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van auditeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van auditeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van auditeren.
- breidt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbreiden.
- broedt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbroeden.
- dokter␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdokteren. — w. Gebiedende wijs van uitdokteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdokteren.
- drukte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitdrukken.
- stuiterde — w. Enkelvoud verleden tijd van stuiteren.
- teerde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitteren.
- traden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uittreden.
- treden␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uittreden.
- treedt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittreden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittreden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uittreden.
- treurtijd — n. Tijd die men neemt om over iets te rouwen.
- uitbreidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden.
- uitbroedt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbroeden.
- uitdokter — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdokteren.
- uitdrukte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdrukken.
- uitteerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitteren.
- uitterend — w. Onvoltooid deelwoord van uitteren.
- uittraden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uittreden.
- uittreden — w. Ergatief een -met name religieuze- gemeenschap voorgoed verlaten. — w. Ergatief niet langer deelnemen aan een vennootschap. — w. Ergatief zich terugtrekken uit de arbeidsmarkt.
- uittreedt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittreden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittreden.
Zie deze lijst voor:
| |