|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van negen letters bevattend met D, E, L, 2O, R en Tdoorlaten doorleeft doorleert doorleest doorsleet drooglegt geldsoort laten␣door leeft␣door leert␣door leest␣door legt␣droog leidt␣voor loodrecht ontpolder ontrolden rondtolde sleet␣door slotronde telde␣voor tolde␣rond voorleidt voortelde 45 definities gevonden- doorlaten — w. Overgankelijk de toegang mogelijk maken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord doorlaat.
- doorleeft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorleven.
- doorleert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleren.
- doorleest — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorlezen.
- doorsleet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorslijten.
- drooglegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogleggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogleggen.
- geldsoort — n. Het wettig betaalmiddel van een land.
- laten␣door — w. Meervoud tegenwoordige tijd van doorlaten.
- leeft␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorleven.
- leert␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorleren.
- leest␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorlezen.
- legt␣droog — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogleggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogleggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van droogleggen.
- leidt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorleiden.
- loodrecht — bijv. Verticaal, in één lijn met het middelpunt van de aarde… — bijv. (Wiskunde) in een rechte hoek (90 graden).
- ontpolder — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontpolderen. — w. Gebiedende wijs van ontpolderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontpolderen.
- ontrolden — w. Meervoud verleden tijd van ontrollen.
- rondtolde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van rondtollen.
- sleet␣door — w. Enkelvoud verleden tijd van doorslijten.
- slotronde — n. (Sport) de laatste ronde van een wedstrijd. — n. (Politiek) laatste deel van verkiezingen.
- telde␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voortellen.
- tolde␣rond — w. Enkelvoud verleden tijd van rondtollen.
- voorleidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorleiden.
- voortelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voortellen.
Zie deze lijst voor:
| |