|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van tien letters bevattend met E, 2G, L en Zbeugelzaag galgenazen gazelleoog geelgorzen gegijzelde gelagzalen geldzorgen gelukzalig geuzenvlag glazigheid gulzigheid leegzuigen loggerzeil mergelzaag ongezellig pleeggezin zaagbeugel zangvogels zielsgraag zuigen␣leeg zuigerslag zuilengang 24 definities gevonden- beugelzaag — n. (Gereedschap) zaag bestaande uit een beugel waarin een zaagblad…
- galgenazen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord galgenaas.
- gazelleoog — n. Het oog van een gazelle.
- geelgorzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord geelgors.
- gegijzelde — n. Iemand die gevangen genomen is om iets af te dwingen.
- gelagzalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gelagzaal.
- geldzorgen — n. Problemen die mensen hebben die betrekking hebben op een tekort…
- gelukzalig — bijv. Heel erg gelukkig.
- geuzenvlag — n. De vlag van de geuzen, waaruit de latere Nederlandse vlag is ontstaan.
- glazigheid — n. Het lijken op glas. — n. Het niet meer helemaal helder uit de ogen kijken. — n. Niet helemaal goed gekookt zijn van aardappels.
- gulzigheid — n. Het gulzig zijn.
- leegzuigen — w. Overgankelijk zo lang zuigen tot iets leeg is, helemaal uitzuigen.
- loggerzeil — n. (Scheepvaart) trapeziumvormig zeil aan de voorste mast op een logger.
- mergelzaag — n. (Mijnbouw) een zaag om mergelblokken te zagen.
- ongezellig — bijv. Niet gezellig.
- pleeggezin — n. Gezin met één of meer pleegkinderen.
- zaagbeugel — n. (Gereedschap) een beugel voor het inspannen van zaagjes (blad)…
- zangvogels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zangvogel.
- zielsgraag — bijw. Met veel enthousiasme.
- zuigen␣leeg — w. Meervoud tegenwoordige tijd van leegzuigen.
- zuigerslag — n. (Werktuigbouwkunde) afstand waarover een zuiger op en neer…
- zuilengang — n. Een rij zuilen die een overdekking draagt.
Zie deze lijst voor:
| |