|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zes letters bevattend met 2E, L, O en Pbelope deel␣op hoepel koepel leef␣op lees␣op loepen loepje opdeel opleef oplees peoela pesoel poedel poelen poelet poelie poelje poezel poleer soepel 40 definities gevonden- belope — n. Datief onzijdig van beloop, archaïsche vorm die in enkele staande…
- deel␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdelen. — w. Gebiedende wijs van opdelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdelen.
- hoepel — n. Een ringvormige metalen band, met name om de duigen van een… — n. Iedere ringvormige band in de vorm van [1]. — n. (Speelgoed) een ringvormig voorwerp gebruikt door kinderen…
- koepel — n. (Bouwkunde) een gewelf in de vorm van een halve bol of een halve ellipsoïde. — n. (Wiskunde) een ruimtelijke figuur, veelvlak. — n. (In samenstellingen van woorden) een overkoepelend orgaan.
- leef␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opleven. — w. Gebiedende wijs van opleven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opleven.
- lees␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplezen. — w. Gebiedende wijs van oplezen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplezen.
- loepen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loep.
- loepje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord loep.
- opdeel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdelen.
- opleef — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opleven.
- oplees — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplezen.
- peoela — n. (Jiddisch-Hebreeuws) actie, daad, activiteit, in het bijzonder… — n. (Jiddisch-Hebreeuws) werking, effect.
- pesoel — n. (Jiddisch-Hebreeuws) datgene wat ondeugdelijk, ritueel ongeschikt…
- poedel — n. Frans krulharig hondenras. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poedelen. — w. Gebiedende wijs van poedelen.
- poelen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord poel.
- poelet — n. Goedkoop soepvlees. — n. Stoofvlees gesneden in blokjes.
- poelie — n. (Werktuigbouwkunde) schijf met een V-vormige insnijding in…
- poelje — n. Hen of jonge eend die pas sinds korte tijd eieren legt.
- poezel — n. Jonge vrouw of jong meisje. — n. Sierkwast aan een meubel. — n. (Zeeland) bloeiwijze van de lisdodde.
- poleer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poleren. — w. Gebiedende wijs van poleren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poleren.
- soepel — bijv. Gemakkelijk buigend en zich aanpassend. — bijv. (Figuurlijk) weinig problemen ondervindend.
Zie deze lijst voor:
| |