Lijst met woorden van 6 letters bevattend met ••••

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om een letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21

Er zijn 22 woorden van zes letters bevattend met E, L, O, P en S

gospel  lees␣op  loipes  lopers  omspel  oplees  opstel  pasoel  pesoel  poeals  polsen  polsje  polste  Poolse  poules  slopen  sloper  slopje  soepel  spel␣om  spoelt  stel␣op

40 definities gevonden

• gospel — n. (Muziek) christelijk muziekgenre geboren in de katoenvelden… — n. (Muziek) christelijk lied dat past in het genre dat is ontstaan… — n. Verzamelterm voor het bord en de stenen die worden gebruikt…
• lees␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplezen. — w. Gebiedende wijs van oplezen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplezen.
• loipes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loipe.
• lopers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loper.
• omspel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspellen.
• oplees — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplezen.
• opstel — n. Een korte en schriftelijke beschouwing van iets. — n. (Onderwijs) een oefening in het onderwijs waarin een opgegeven… — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstellen.
• pasoel — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) ondeugdelijk, ritueel ongeschikt.
• pesoel — n. (Jiddisch-Hebreeuws) datgene wat ondeugdelijk, ritueel ongeschikt…
• poeals — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord poeal.
• polsen — w. Overgankelijk iemand vragen naar zijn mening, interesse voor iets. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pols.
• polsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pols.
• polste — w. Enkelvoud verleden tijd van polsen.
• Poolse — n. (Demoniem) een vrouw van Poolse komaf.
• poules — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord poule.
• slopen — w. Een structuur ontmantelen, afbreken. — w. Fysiek uitputten. — w. Meervoud verleden tijd van sluipen.
• sloper — n. (Beroep) iemand die iets afbreekt. — n. Iemand die lood van gebouwen steelt. — n. Een motorfiets waarvan de cilinder sterk naar voren helt.
• slopje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slop.
• soepel — bijv. Gemakkelijk buigend en zich aanpassend. — bijv. (Figuurlijk) weinig problemen ondervindend.
• spel␣om — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspellen. — w. Gebiedende wijs van omspellen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspellen.
• spoelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spoelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spoelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van spoelen.
• stel␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstellen. — w. Gebiedende wijs van opstellen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstellen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 71 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 72 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 35 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: 13 woorden
• Duits WikiWoordenboek: 12 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: 6 woorden

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.