Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van tien letters bevattend met E, J, M, N en 2Tbijmestten bontmutsje jetmotoren judomatten lijmpotten manteltjes matineetje meetlintje meetnetjes meetpuntje mestten␣bij minstertje monitortje monstertje monteurtje montuurtje muntstukje omlijstten puntmutsje smijten␣uit stamtijden stormtijen termijntje uitsmijten 24 definities gevonden- bijmestten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van bijmesten.
- bontmutsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bontmuts.
- jetmotoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord jetmotor.
- judomatten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord judomat.
- lijmpotten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lijmpot.
- manteltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord mantel.
- matineetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord matinee.
- meetlintje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord meetlint.
- meetnetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord meetnet.
- meetpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord meetpunt.
- mestten␣bij — w. Meervoud verleden tijd van bijmesten.
- minstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord minster.
- monitortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord monitor.
- monstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord monster.
- monteurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord monteur.
- montuurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord montuur.
- muntstukje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord muntstuk.
- omlijstten — w. Meervoud verleden tijd van omlijsten.
- puntmutsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord puntmuts.
- smijten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitsmijten.
- stamtijden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stamtijd.
- stormtijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stormtij.
- termijntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord termijn.
- uitsmijten — w. Smijtend verwijderen.
Zie deze lijst voor:
|